Abstract
With the publication of the 2030 Offshore Wind Energy Roadmap on 27 March 2018, the government presented the planned roll-out for the further realisation of offshore wind energy for the period 2024 through to 2030. This 2030 Roadmap included the timetable and the selection of certain designated wind energy areas for the period leading up to 2030. As with the wind energy areas defined previously in the 2023 Roadmap, the Framework for Assessing Ecological and Cumulative Effects (KEC) for this roadmap was used to investigate the situation of marine mammals, and harbour porpoises in particular, to determine whether there is enough ecological latitude to implement the planned roll-out. Recent EU agreements make it necessary to raise the target for the contribution of renewable energy to the total requirement by 2030 (to 55% instead of 49%). Some of the original plans for the roll-out in 2030-2040 of 27 GW of additional installed capacity will therefore have to be implemented earlier. To meet the reduction target of 55% by 2030, 10 GW of windfarm capacity will be needed in addition to the wind farms that have already been planned and completed, which have a combined capacity of some 10 GW. The government must therefore designate new wind energy areas in order to be in a position to realise additional wind farms in the period prior to 2030. For the purpose of selecting those areas, search areas have been selected where development is expected to be possible within that time frame.
Kader Ecologie en Cumulatie 2021
Met de publicatie van de routekaart windenergie op zee 2030 op 27 maart 2018 heeft het kabinet de voorziene uitrol gepresenteerd voor de verdere realisatie van windenergie op zee voor de periode 2024 tot en met 2030. In deze routekaart 2030 zijn de planning en keuze voor gebruik van bepaalde aangewezen windenergiegebieden voor de periode tot 2030 opgenomen. Net als de eerdere, in de Routekaart 2023 vastgelegde windenergiegebieden is voor deze routekaart via het Kader Ecologie en Cumulatie (KEC) voor zeezoogdieren, c.q. bruinvissen onderzocht of er voldoende ecologische ruimte is om de voorziene uitrol te realiseren. Op basis van recente EU-afspraken is het nodig de doelstelling voor de bijdrage van duurzame energie aan het totaal voor 2030 aan te scherpen (55% i.p.v. 49%). Een deel van de oorspronkelijke planning voor de uitrol 2030-2040 van 27 GW extra opgesteld vermogen moet daarom in de tijd naar voren worden gehaald. Om de reductiedoelstelling van 55% in 2030 te halen, is 10 GW boven op de al geplande en gebouwde windparken nodig, die bij elkaar een vermogen hebben van ongeveer 10 GW. Het kabinet moet daarom nieuwe winenergiegebieden aanwijzen om extra windparken in de periode tot 2030 te kunnen realiseren. Voor het maken van deze keuze zijn zoekgebieden geselecteerd, waarvan wordt verondersteld dat de ontwikkeling ervan binnen deze periode mogelijk is.